Henry English

Een Vlaamse Ier in Brugge (Waterford 1853 – Adegem 1918)

Er zijn ons twee Bruggelingen bekend met de achternaam English. Er is allereerst Joe, de kunstschilder en illustrator (1882-1918). Hij trouwde met de Antwerpse muzikante Elisa Goedemé (1876-1926) en werd na WO I tot één van de IJzersymbolen gepromoveerd. Zijn jongere broer Michiel English, de priester-historicus (1885-1962) beschreef de boeiende geschiedenis van het kerkelijk leven in het bisdom Brugge, later  uitgegeven in de reeks van de “Dagklapper” (6 delen). Zij waren twee van de vier zonen in het gezin van 13 kinderen van  de Britse Ier Henry English en de Brugse Marie-Seraphine Dinnewet (1858-1905). Beiden hadden het verteltalent van vader Henry geërfd: Joe met lijnen en kleuren in beeld en op doek, Michiel met vlotte pen en woordenvloed op papier. Van moeder Marie hadden zij hun kunstzinnige begaafdheid meegekregen.

Van Waterford naar Brugge, van Ierland naar Vlaanderen

Henry groeide op in de jaren 50 van de 19deeeuw in het Ierse dorpje Sliveroe. Gelegen op een hoogte aan de overzijde van de rivier de Suir heeft men een uniek uitzicht op de fiere stad Waterford. Hij was pas 9 jaar toen hij als weesjongen in 1862 noodgedwongen moest uitwijken naar Londen. Zijn ouders waren recent overleden, zijn vijf oudere broers en zussen waren op transport gezet naar andere landen van het Britse Gemenebest. Ierland had immers fel te lijden onder de nasleep van ‘de grote hongersnood’ en stond onder druk van de Britse kolonisering. Via Londen, waar zijn oudste zus woonde, kwam hij terecht in Brugge in de Sint-Jorisstraat,  in  het “Saint Vincent’s orphanage” onder de leiding van Arthur Robinson. Als Ierse inwijkeling behield Henry de Britse  nationaliteit en kwam hij terecht in het netwerk van wat men in Brugge “de Engelse Kolonie” noemde. Hij had het geluk om personen te ontmoeten die hem zouden ondersteunen in het ontplooien van zijn mogelijkheden. Men adviseerde hem om goud-borduurder te worden,  een beroep met toekomst in het katholieke neogotische Brugge.

Het gezin English-Dinnewet,  ‘De republiek van de Vrijdagmarkt’

Henry studeerde aan de Stedelijke Academie van Schone Kunsten in Brugge en kreeg o.a. les van kunstschilder Jozef Dinnewet (1827-1889). Blijkbaar kon hij als getalenteerde jonge man ook het hart winnen van zijn dochter Marie-Seraphine. Zij huwden in 1879 nadat hij zich vervolmaakt had te Roermond (Ndl. Limburg) waar hij verbleef bij de familie Lucas. Henry werd erkend als een volwaardig ambachtsman en kon dus een eigen gezin onderhouden. Twintig jaar later hadden zij samen dertien kinderen , waarvan drie vroegtijdig overleden,  en waren zij 5 maal verhuisd naar een ander adres in de Brugse binnenstad. In 1889 vestigden zij zich definitief op de hoek van de Boeveriestraat en de Vrijdagsmarkt op nr. 1, aan de achterzijde van het neogotische stationsgebouw (nu ’t Zand). Het gezin werd ‘de republiek’ genoemd. Een volkse benaming die wellicht niet alleen wees op de levendigheid van het kroostrijk gezin, maar ook op de Ierse afkomst van de Vader.

Het Huis aan de Vrijdagsmarkt (nu ’t Zand, waar het NH-hotel zich bevindt) foto: Archief Brugge

Het borduuratelier

“Huis English” was niet het enige borduuratelier in Brugge, maar Henry English was wel de enige goud-borduurder die reeds in 1881 een aanvraag deed bij de Stad Brugge om aan de gevel van zijn woon- en werkhuis een tweetalige reclametekst te mogen aanbrengen namelijk:   “Henry English-Dinnewet,  ecclesiastical embroiderer – fabricant d’ornements d’église”. Hij mikte toen nog duidelijk op een kerkelijk franstalig en engelstalig cliënteel. Toen hij in 1889 definitief verhuisde maakte hij zijn activiteiten bekend met een Engelstalige flyer. “Henry English, Kerkelijk borduurder, Vrijdagmarkt, Brugge, Belgie”, staat er op om de priesters, de kloosters en de edele dames en heren te danken die de laatste 25 jaar zo vriendelijk waren geweest om hun bestellingen door hem te laten uitvoeren. Ook vraagt hij met aandrang om hun verdere ondersteuning… “He will be very grateful for all orders, no matter how small. Estimates, samples, designs, for rich or plain work sent on demand.” Zijn doelpubliek had hij uitgebreid tot het begoede Engelstalige cliënteel die leefde in Brugge en ook reisde naar andere continenten. Hij borduurde niet langer enkel liturgische gewaden en paramenten.

Wij hebben jammer genoeg geen foto’s of documenten over de dagelijkse werking van Henry’s atelier (tewerkgestelden, klanten, leveringen enz.). Enkel een blanco gedrukte factuur, omslag  en naamkaart van het atelier. Wel weten wij dat het familiebedrijf met vaste hand geleid werd door Henry. Vier van de zes ongehuwde dochters werden als naaister en borduurster ingeschakeld in het atelier, samen met andere Brugse meisjes en ook thuiswerksters. Gabriëlle (Gaby), Henriette (Jette) was vaders rechterhand, Madeleine (Lonne) en Antoinette (Tony) bleven ook na hun vaders dood vlaggen en kerkgewaden borduren. (tot het atelier in 1946 overgenomen werd door een Brugse collega)

Van zoon Joe die studeerde aan de Academie van Brugge en later in Antwerpen, werd verwacht de ontwerpen te tekenen voor paramenten en banieren. Een van de zeldzaam bewaarde liturgische borduurontwerpen is de “Goede Herder” (60×82) geschilderd op zijde in een mandorla, bestemd voor een koorkap of een kerkvaandel. Wij mogen aannemen dat Joe het doek schilderde (1905-1906 ?) toen hij zijn studies in Antwerpen combineerde met zijn werk voor  het “Huis English”. Herkennen wij hier in dit portret het bedroefde gezicht van Vader Henry? Die als een goede herder zijn kudde hoedt en het jonge lammetje met zorg draagt door het groene landschap. (Zijn 13 kinderen?)

De Goede Herder

In 1899 werd het jongste kind geboren in de rij van dertien, een vierde zoon Patrick genaamd naar de patroonheilige van het katholieke Ierland.  De hardwerkende ouders English-Dinnewet hadden de gezinstaken op een traditionele wijze verdeeld. Maar voor de zorgzame moeder Marie werd het grote gezin een te zware opdracht, zij overleed op 22 mei 1905. Op de keerzijde van het gedachtenisprentje wordt er verwezen naar haar gezin en het goud-borduuratelier: “Zoals goud en zilver door het vier, zo worden de lievelingen Gods beproefd door het lijden(Eccl. II-5)”. Is het daardoor dat het liturgische kunstwerk ‘de Goede Herder’ zorgvuldig bewaard werd in de familie?

De Vlaggen van Huis English

Vanaf 1908 werd een nieuwe markt aangeboord door “Huis English” . Nadat Joe in 1907 een tweede Romeprijs in Antwerpen behaalde en hetzelfde jaar eveneens de Godecharleprijs in Brussel, werd hij erkend als vijfentwintigjarige talentvolle kunstschilder. Hij werd toen niet alleen gevraagd als illustrator en portretschilder. Van toen af werd hij de ontwerper van de vele kunstzinnige vlaggen voor sociale, kerkelijke en studentenverenigingen. Het was de tweede bijsturing van het doelpubliek en het product dat gemaakt werd in het “Huis English”, Joe werd de pr-man van het atelier.

Een belangrijk contactpersoon in Brugge en Leuven was Alfons De Groeve (1885-1945), hij studeerde rechten en was een actief studentenleider. Alfons introduceerde Joe in het Leuvense studentenleven als tekenaar-ontwerper-jurylid voor de Lichtstoeten, ook als illustrator en humoristisch tekenaar voor de tijdschriften “Ons Leven” en “De Vlaamsche Vlagge”. Hij ontwierp tientallen vlaggen, bvb Leuven, Oostende, Roeselare, Veurne en vele andere, die uitgevoerd werden door de medewerkers van “Huis English”. Het was een Vlaamse toepassing van het Angelsaksische “Arts and crafts” in de kunstnijverheid.

Henry als leraar Engels

Henry zelf werd niet alleen bekend als goudborduurder en manager van “Huis English”. Ook als leraar van de engelse taal kende hij een professionele loopbaan in Brugge, die wel minder bekend is. Als ‘native speaker’ gaf hij vanaf 1887 reeds les o.a. aan de Serafijnse school van de paters Kapucijnen gelegen tussen de Boeveriestraat en de Maagdenstraat. Hij wilde naast het vrije middenstandsberoep ook een ambtelijk statuut van leraar verwerven. Daarom solliciteerde hij in 1896 naar de baan van leraar Engels aan de Stedelijke Nijverheidsschool van de stad Brugge die toen nog één geheel vormde met de Kunstacademie. In zijn sollicitatiebrief motiveerde hij zijn kandidatuur met “de nieuwe toekomst die zich voor Brugge opent onder handelsoogpunt…”(de haven van Zeebrugge) “… Onder alle talen immers is het Engels de taal welke voor de zeevaart en wederlandse betrekkingen onbetwistbaar de naam verdient van algemene handelstaal…” Hij zal twee schooljaren moeten wachten op zijn officiële aanstelling door de Brugse gemeenteraad. Henry werd de eerste leraar Engels en zou dit 20 jaar lang blijven tot aan zijn tragisch overlijden in juni 1918.

Dunbrody Abby, Wexford, Ireland.

Ierland

Na het overlijden van Marie, zijn echtgenote, worden de banden met Ierland opnieuw aangehaald. Maggie Cooney, de oudste dochter van een bevriende familie uit Waterford komt op bezoek naar Brugge. Henry had steeds schriftelijk contact gehouden en de politieke situatie in Ierland blijven volgen. Maar had nooit de kans gehad terug naar zijn moederland te reizen. Toen Joe de Godecharlesprijs voor schilderkunst had gewonnen (1907) was zijn eerste reisdoel op suggestie van vader Henry, Ierland.  Op zoek naar de Ierse roots en op uitnodiging van familie en vrienden, leerde Joe de realiteit van het leven en van de Ierse mensen kennen. Hun “struggle for life” waarover Henry zo dikwijls vertelde. Op 28 december 1909 schreef Henry een mooie Kerst –en nieuwjaarsbrief aan Maggie Cooney: “Ik verlang er zo naar om verder te reizen naar Old Kilkenny. Ik hoop om samen met mijn kinderen volgend jaar ‘Dear Erin’ terug te zien, maar hou het stil… tot ik zeker  ben.”Pas in juli-augustus 1913 zou Henry er in slagen om voor de eerste keer terug zijn geliefde Ierland te zien. Hij bracht er in één van zijn brieven aan zoon Willy in Canada uitvoerig verslag over en maakte zelfs plannen om er het volgende jaar terug naar toe te reizen!

De Wrede oorlog

Maar op 4 augustus brak de hel los: WO I. Henry was toen 61 jaar. Hij week niet uit naar Ierland alhoewel hij Brit was, maar bleef aan de Vrijdagmarkt wonen. Henry stond bekend als “den Engelsman” en moest zich elke dag als present melden. Ook moest hij zijn fiets inleveren, zijn vrijheidsinstrument, zijn briefwisseling werd gecensureerd en hij werd verplicht om het vlaggenwerk stop te zetten. Zijn gezin werd verspreid: de jongste Patrick met 3 zussen naar Londen, Joe achter het front te Veurne, Michiel in het college van Kortrijk, Willy veilig in Canada en dochter Marguerite werd kloosterzuster in Eeklo. Zoals zovelen gedwongen “Bruggelingen buiten Brugge”. Vanaf 14 oktober 1914 was Brugge bezet en werd het een bolwerk van het Marinekorps Flandren met een streng regime. Er was in die eerste donkere oorlogsmaanden voor Henry maar één lichtpunt. Elisa, zijn schoondochter die te St.-Michiels woonde was zwanger van een tweede kindje. Op 11 maart 1915 werd een broertje geboren voor Lieveke, Henry’s eerste kleinzoon Joseph-Raphaël.  Vader Joe en zoon Raf zouden elkaar echter nooit kennen. Joe overleed enkele maanden voor het einde van WO I achter het IJzerfront in Vinkem.

Van Brugge naar Eekloo via Adegem.

In de loop van juni 1918 wilde Henry een bezoek brengen aan dochter Marguerite, ondertussen geprofest als zuster Gonzalve, in het klooster O.L.Vr. ten Doorn in Eekloo. Had hij wel een reistoelating aangevraagd? Daarenboven moest hij in Adegem het Marine-gebied verlaten aan het afleidingskanaal dat streng werd bewaakt. Via de Sasbrug te Balgerhoeke wilde hij het wagen en het Schipdonkkanaal oversteken. Nog een achttal kilometer te stappen naar Eekloo, zo dicht bij zijn einddoel kreeg hij een hartaanval, de stress zal te groot geweest zijn. Dokter Jules Herrebaut en een goede vriend van Henry, Edmond De Baets konden hem niet meer helpen. Henry English overleed op 17 juni 1918 om 9u in de voormiddag en werd dezelfde dag begraven in Adegem…

In de Brugse oorlogskrant “De Stadsbode” van woensdag 26 juni verscheen er een aankondiging dat op donderdag 27 juni om 10u een plechtige nadienst zou gehouden worden in de St.-Salvatorskerk (de parochiekerk van de familie English). Op vrijdag werden om 7u de ‘veertigdaagse missen’ gestart bij de Paters Kapucijnen in de Boeveriestraat en was er om 8u een plechtige dienst in de Kathedraal. Op donderdag 4 juli was er om 10u  een plechtige rouwdienst in de kerk van de paters Discalsen (Ezelstraat), “tot lafenis der ziel van wijlen mijnheer Henry-Patrick English”.Hieruit blijkt duidelijk dat Henry een gewaardeerd persoon was in de Brugse samenleving. Vele Bruggelingen ook buiten Brugge voelden zich persoonlijk getroffen door dit zoveelste oorlogsdrama.

“Irelands loss was Flandria’s gain”

Het leven van de Ierse inwijkeling en economisch vluchteling Henry English toont aan dat een sociale, economische en culturele integratie kan slagen als de persoon in kwestie het zelf wil en de kans krijgt om een plaats te verwerven. Met voldoende ondersteuning door een sociaal netwerk. Reeds onmiddellijk na WO I verscheen in het Engelstalige tijdschrift “America” een lovend artikel over Henry en Joe English, getiteld “Irelands Loss was Flandria’s gain”.Het was een verlies voor Ierland toen Henry emigreerde, maar het was een winst voor Vlaanderen toen hij zich integreerde als Britse Ier in Brugge. Henry en Joe leven verder in hun familie en bij de vele vrienden in Vlaanderen.

Na WO I zou de traditie van het “Huis English” verder gezet worden. Vele vlaggen van de Vlaamse Oudstrijders-verenigingen (zoals VOS) werden vanaf 1919 vervaardigd door de zussen English. De taken van Henry en zoon Joe werden overgenomen enerzijds door  zoon priester-historicus Michiel, anderzijds werden de ontwerpen getekend door de vriend des huizes Jules Fonteyne (1878-1964) die ook in de Boeveriestraat woonde. In zijn eigen stijl maar met de symbolen en motieven van Joe English.

In de marge van deze tekst kunnen drie informatieve berichten vermeld worden.

Twee gedenkplaten in Adegem en Brugge?

>  Een kleine gedenkplaat tegen de kerkhofmuur in Adegem ter herinnering aan het overlijden van de vader van één van Vlaanderens roemrijke zonen? Het graf van Henry werd verwijderd bij de aanleg van de nieuwe begraafplaats achter de kerk van Adegem.

>  Een gedenkplaat aan het hoekhuis Vrijdagmarkt 1 te Brugge ter herinnering aan het “Huis English” en de merkwaardige Iers–Brugse familie die er woonde van 1889 tot 1929(?).  Daar bevindt zich vandaag het N.H. Hotel. 

Het uitgebreide levensverhaal van Henry vindt u weer in:

Piet de Baere en Co English, Henry English een Vlaamse Ier in Brugge. vzw.Joe English,kunstschilder, 2018, 78 blz., illustr., 15 euro. 

Piet De Baere en Co English (red.) Tentoonstellingscatalogus Joe’s kunst, vzw Joe English,kunstschilder, 2008, 98blz.,illustr.,20 euro. Met bijdragen van Paul C. De Baere, Peter Eyskens, Luc Vandeweyer 

Beide uitgaven zijn te bekomen door overschrijving op BE03 1210 4055 6384 van vzw.Joe English, kunstschilder, Brugge.