Joe English, poëzie en muziek in zijn schilderkunst.
Schenking:
de familie Heynderickx uit Brugge bezorgde ons onlangs een onbekend schilderij van Joe English “uit de nalatenschap van ons grootvader Karel in Doesburg (Ndl.)” Het betreft een schilderij gesigneerd (r.o.) Joe English, niet gedateerd, olieverf op doek, 59 x 39 cm., ingekaderd. Na deskundige restauratie door C. W. in goede staat. Het schilderij wordt niet vermeld in de oeuvrecatalogus die P.C. De Baere in 1974 opstelde.
“De jongeling en de dood”
In het schemerdonker bevinden zich twee personages in een besloten binnentuin tussen de typisch Brugse geveltjes van een beluik. Een naakte jongen gezien van op de rug, neemt ons mee in het gebeuren. Hij staat naast een klein verdroogd struikje en maakt een buigende beweging om over een beekje te stappen. Aan de overzijde wordt hij opgewacht door een gestalte gehuld in wit gewaad zittend in het gras en met een scepter in de rechter hand. Wij krijgen niet de indruk dat de jongen bang is voor de schim, hij zoekt zijn nabijheid op en wordt verwacht. Tussen beide personages is er een betrokkenheid, een intieme conversatie. De beslotenheid van de omgeving roept een eerder onbestemde, maar niet beklemmende sfeer op. De dood is hier geen bedreigende verraderlijke macht, maar een onstoffelijk wezen dat ons berooft van wie wij houden.
Datering
Het is de variatie op thema’s die Joe English uitwerkte tussen 1904 en 1907. Enerzijds het thema ‘Oorlog en Vrede’ in het kader van de Romewedstrijd (Antwerpen 1904), anderzijds het thema ‘De Mensheid op zoek’ naar zijn eindbestemming, voor de Godecharleprijs (Brussel 1907). Daarenboven werd hij toen persoonlijk geconfronteerd met de dood. In 1905 overleed zijn moeder Marie Dinnewet op de leeftijd van 47 jaar, zij liet vader Henry English achter met hun tien opgroeiende kinderen.
Onze benaderende datering van het schilderij wordt bevestigd in een brief van Joe die hij stuurde op 23 november 1907 aan zijn broer Willy in Canada. Joe had de Godecharleprijs gewonnen en schreef: “…Van Hove kwam hier binnen en met traantjes in zijn ogen wenste ons geluk. Ja gelukwensen van alle kanten, sommige aan adres: Godecharles, English Brugge. Een onbekende doktoor in Rechten van S’Niklaas vroeg me of hij me mocht een prachtuitgaaf aanbieden van liederen die hij verzamelde, enz. enz…”
Herkomst
Edmond Van Hove was zijn oud-leraar aan de Brugse Academie die hem kwam feliciteren. De toen voor Joe nog onbekende advocaat was niemand minder dan Karel Heynderickx (St.-Niklaas,1875-Doesburg 1962) die stadssecretaris was in Sint-Niklaas. Als muzikaal getalenteerde jurist verwierf hij reeds voor WO I bekendheid als hoofdredacteur van het Leuvense tijdschrift ‘Ons Leven’ en ook als samensteller van het ‘Studentenliederboek’ *. Waarom wilde Karel het muziekboek aan Joe schenken? Het bevat 94 studenten- en kunstliederen van Vlaamse componisten zoals Benoit, Wybo, Mortelmans e.a. met teksten “uit Ons Leven getrokken” en van Vlaamse tekstdichters zoals Gezelle, Dosfel e.a. Wij mogen aannemen dat Karel het geschenk persoonlijk in Brugge aan Joe bezorgde in november 1907. Werd het reeds bestaande schilderij toen verkocht, of gaf Karel hem de opdracht om het te schilderen?
Op zoek naar de inspiratiebron
Welk verhaal visualiseerde Joe? Inspireerde hij zich op een voor hem bekende tekst?. Diverse visuele motieven geven ons een richting aan, zoals het verdwijnende licht in de rechterbovenhoek, als de zon op een kindertekening, die de nacht aankondigt. Het motief van de naakte jongeling, die staat voor de onschuld, hij wil het beekje, symbool van de grens tussen leven en dood, overschrijden. Boven het deurtje zien we een klokje dat verwijst naar de tijd die voortschrijdt en het uitgebloeide struikje naar de vergankelijkheid. De personages lijken verbonden te zijn door een intieme conversatie. Het verhaal dat op het schilderij wordt uitgebeeld is niet te vinden in het liederboek dat Joe kreeg. Kan zijn levensverhaal ons op een juist spoor zetten? In de jaren 1904-1907 leerde Joe in Antwerpen zijn toekomstige echtgenote Elisa Goedemé kennen. Als kunstzangeres was Franz Schubert een van haar geliefde componisten. Zo komen wij terecht bij het lied ‘Der Jüngling und der Tod’ (Deutsch 545). Het verhaal in dit lied roept inderdaad de ontmoeting op tussen een jongen en de dood.
Een van Schuberts beste vrienden, Josef Von Spaun schreef het gedicht in maart 1817 als antwoord op ‘Het meisje en de dood’ van Claudius (februari). Bij Claudius biedt het bange meisje weerstand vooraleer zij in de armen van de dood, die haar ongeduldig opwacht, verdwijnt. De jongeling echter neemt zelf het initiatief, bij het vallen van de avondschemering roept hij de dood op om hem te komen bevrijden. De dood gaat in op het verlangen van de jongen, hij verschijnt maar neemt hem nog niet mee. Hij brengt hem tot rust, het is nog te vroeg. Het fysische sterven is voor later. Op een gevoelige wijze heeft Joe dit romantische thema gevisualiseerd. Dit “Für Elise” van Joe zou wel heel mooi zijn als bewijs van hun unieke band. Verder onderzoek in het familiearchief English-Goedemé zal hopelijk opheldering brengen.
Is het misschien ook een persoonlijk verhaal van Joe die een beslissende stap in zijn leven zal zetten, een grens zal overschrijden met betrekking tot de liefde… tot zijn kunstenaarsideaal? Liefdesverlangen, de liefdesdaad kan de dood/het doodsverlangen aanwezig stellen (eros-thanatos). Heeft Joe de inhoud van zijn schilderij in een droom gezien? Is het een doodsdroom, een niet bedreigende waarschuwingsdroom, een voorafschaduwing van wat hem later zal overkomen? – – – Voer voor psychologen.
De Jongeling:
De zon gaat onder,
Ach kon ik met haar verdwijnen,
Met haar laatste straal vertrekken !
Niet langer onder naamloze kwalen kwijnen
En wijken naar verre betere plekken !
O kom, dood !
Maak me van aardse banden vrij !
Ik glimlach naar jou, o knokenman,
Ontvoer me naar een droomland nabij !
Raak me aan ik ben in je ban,
O kom!
De dood:
Koel en zacht rust je in mijn armen,
Je roept, en ik wil me over je smart erbarmen.
Het schilderij van Joe English en het verhaal van Josef Von Spaun zijn complementair, net zoals het gedicht en Franz Schuberts verklanking ervan. De drie kunstwerken samen kunnen beleven is een unieke esthetische ervaring.
Toemaatje
Enkele weken nadat wij het schilderij kregen van de familie Heynderickx hadden wij het geluk een pianorecital bij te wonen. Niemand minder dan Jan Heynderickx, begaafd pianist en achterkleinzoon van Karel opende op zondag 2 oktober het academiejaar 2016-2017 van de VVA in Brugge. Met pianomuziek van Mozart en Chopin in het Brugse conservatorium gelegen op een boogscheut van het ‘Speelmansreitje’.
* Heynderickx Karel, Studentenliederboek. Algemene drukkunstmaatschappij, Brussel, (1898), 384 blz. Met 4 buitentekstillustraties (16 x 25 cm): kaftomslag getekend door E. Wante, en 3 tekeningen bij de rubrieken “Vaderlandse liederen, Mengelingen en Studentenleven, getekend door Pieter Dierckx, 94 liederen met partituur voor zangstem en piano. De tekening op de kaftomslag stelt een ‘Speelman’ voor, een minnestreel gezeten in het Brugse stadslandschap van het ‘Speelmansreitje’ (FAEG).
Met dank aan Leen Watté-Cartreul voor de vertaling van het gedicht en de suggesties.
Piet De Baere