Toespraak In Memoriam Joe English en de frontsoldaten – 1 sept. 2018

Beste vrienden en familieleden

Honderdjaar geleden stierf, hier nog geen twintig kilometer vandaan een vader, grootvader, overgrootvader en ondertussen al over-over-overgrootvader. Honderdjaar later en vijf generaties verder kan ik al geen exact getal meer plakken op het aantal nazaten. Je verliest al gauw eens één en ander uit het oog. Zelfs korte afstanden worden soms ver. Je kiest er niet altijd voor om dingen te vergeten of uit het oog te verliezen. De geschiedenis zorgt daar vanzelf wel voor.

Toen we tien jaar geleden aan een project begonnen om onze voorvader te herdenken en te eren was dat in de volle overtuiging dat het mensen zou samenbrengen, verbinden. En dat heeft het zeker gedaan. We zijn hier onder vrienden: nieuwe vrienden, verre famile is weer opgedoken, een breed netwerk heeft zich rond de vzw Joe English, Kunstschilder ontwikkeld. Tien jaar verder zijn we ook tien jaar wijzer. Je kan nog zo hard je best doen: de geschiedenis laat zich niet manipuleren, maar je kan er verdraaid veel uit leren. Tien jaar geleden moesten we inzien dat wat ons werd overgeleverd niet altijd overeen kwam met de historische inzichten die ons werden voorgeschoteld. Dat is even schrikken, maar maakt je uiteindelijk nederig, meer begrijpend, meer empathisch, een vollere mens…

De dood van Joe, honderd jaar geleden zette dat proces in gang. Het verdriet van Elisa, en al zij die achter bleven na die vreselijke oorlog. Dat werd eerst woede en frustratie, maar ook de motor voor engagement en strijdvaardigheid. Voor een eerlijker maatschappij, voor een betere wereld. Joe werd een symbool voor velen en omdat velen zijn verhaal wilden uitdragen is hij ook eigendom van velen geworden. En voor je het wist was Joe, hoewel nooit een tafelspringer, dat getuigden toch velen, de vaandeldrager van iets veel groter, logger en soms ook gevaarlijker geworden. Ook dat hebben we als familie moeten leren en leren dragen.

Overlevering en geschiedenis, het zijn twee krachten die elkaar afstoten en aantrekken. Dat schuurt lekker weg, tegen elkaar aan, dat wringt en wroet, zoekt soms de snelste weg bergaf maar gaat daardoor evengoed tuimelen en struikelen. Want tot op vandaag blijf Joe, als symbool, de inzet van machtsspelletjes. Ook nu nog dus, honderd jaar later blijft iemands onfortuinlijke dood, de inzet van een spel van geven en nemen, van wikken en wegen. Ik vind dat fantastisch: grenzen opzoeken is nu eenmaal een bron voor creativiteit. Dat heb ik hier de voorbije jaren ook mogen presenteren. Maar ik besef evengoed dat het voor velen echt niet hoeft: altijd maar controverse zoeken. Ook dat zouden we daaruit moeten leren. Ook dat moet je leren erkennen en waarderen.

Want wat heb ik hier, met een fractie van zijn ros DNA en wat vage karaktertrekken die misschien ook de zijne zouden kunnen zijn, eigenlijk te vertellen of te verdedigen? In tijden van ‘fake news’, waar de wetenschap in vraag wordt gesteld en waar we zelfs beseffen dat we onze planeet flink naar de verdoemnis aan het helpen zijn, is die blinde darmontsteking honderd jaar geleden een futiel fait divers, zoals een brussels burgemeester het zou uitdrukken. Maar dat fait divers werd een symbool. En het gaat ook niet om die gebeurtenis an sich, wel om de honderdjaar ontwikkeling die er voor zorgt dat het een symbool wordt, die er voor zorgt dat we hier staan, dat we hier hebben geleefd en geleerd, gelachen en geweend, gevloekt en gezalfd. Om dat wat de Vossen van Jozef Verduyn, de gangmaker van heldenhulde, en Joe, de stille achter de schermen, destijds hebben gewild en hier achter ons in vier talen geschreven staat. Daarom sta ik hier, in volle overtuiging dat -wat er daarnaast ook allemaal geschreven en gedacht wordt – dat, als er één iets duidelijk wordt uit de nalatenschap die we als familie hebben gekregen, dit het enige is wat mijn overgrootvader uiteindelijk zou hebben gewild:

No more war. Plus jamais de guerre. Nie wieder krieg. Nooit meer oorlog.